Met niets van niets

MET NIETS VAN NIETS

tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen / Tjeerd Oosterhuis

Met niets van niets zijt Gij begonnen,
hebt sprakeloos het licht gezegd,
de tijd bepaald, het land gewonnen,
de zeeën op hun plaats gelegd.

De ban der duisternis gebroken –
en het werd morgen, dag na dag,
een wereld in het licht gesproken,
een mensheid die beginnen mag.

Geen eind in zicht. Geen rust gevonden.
Het langste deel nog niet gegaan.
Geen engel met ons mee gezonden
om nacht en ontij te verslaan.

Met licht van licht hebt Gij geschreven
uw boek dat ons het leven redt,
de woorden van uw trouw gegeven.
En van dit lied de toon gezet.

Dit lied onder de loep genomen door Gerard Swüste

In dit lied niet de bijna klassieke drie coupletten, maar vier. In de liederen met drie coupletten zit meestal een lijn, bijvoorbeeld verleden – heden – toekomst. In dit lied lijkt het zo te zijn, dat couplet 1 en 4 zingen over wat ‘Gij’ hebt gedaan. In couplet 2 en 3 wordt het werk van die ‘Gij’ bekeken met de ogen van de mensen. Zo krijg je dus een lied waarin het leven van mensen als het ware omspannen wordt door het scheppingswerk van God.

Je zou het lied aldus kunnen indelen: 1. God heeft de wereld geschapen ‘met niets van niets’. 2. Zo kon het leven van mensen beginnen. 3. Maar het leven is vaak zwaar 4. God heeft ons een boek gegeven en zijn trouw. Dus, zou je mogen concluderen, het leven is misschien wel zwaar, maar het is te doen. God is begonnen met ‘niets van niets’, maar God is nu met ons bezig ‘met licht van licht’.

‘Met niets van niets’. Dat is wel echt helemaal niks. Een begin op een absoluut nulpunt. En, zoals Genesis 1 vertelt, het is begonnen met het woord: er moet licht komen. Dat woord werd meteen werkelijkheid: er was licht. Zo zal dat doorgaan: het spreken van God krijgt onmiddellijk gestalte. God heeft een enorme zeggingskracht.
Die tweede regel van het eerste couplet is enigszins wazig. Je kunt je afvragen: hoe kun je nu sprakeloos iets zeggen? Naar mijn gevoel rijmt het enigszins op de eerste regel. Er is letterlijk niets, maar er is toch een begin. Zo zijn er ook geen woorden, maar er wordt wel degelijk iets gezegd en wel zo, dat het ook gebeurt. Je zou daar misschien nog bij mogen denken: daar sta je toch sprakeloos van verbazing bij te kijken.
Het scheppingswerk in dat eerste couplet wordt beschreven als een bijna vanzelfsprekend proces: begonnen, gezegd, bepaald, gewonnen, gelegd. God deed wat moest gedaan, alles op zijn tijd. God doet in feite het onmogelijke, maar het gaat heel soepel, zonder grote woorden, zonder krachttermen. Juist daardoor krijgt dat verhaal zoveel kracht. De kern van het scheppingsverhaal in Genesis 1 is dat God chaos omvormt tot orde, bewoonbare aarde. Die gedachte is in dit eerste couplet in een paar regels bondig verwoord.

In het tweede couplet treden we binnen in onze werkelijkheid. De ban van de duisternis is er niet meer. De ritmiek van het scheppingsverhaal ‘het werd avond en morgen’ heeft zich voortgezet en zet zich nog dagelijks voort. Nu er licht is, kan het leven beginnen, kunnen de mensen aan de slag.

Het derde couplet laat daarvan de keerzijde zien. De ban der duisternis mag dan gebroken zijn, het leven is echt niet alleen maar licht. ‘Geen eind in zicht’, het eind is zoek, wat is de zin van dit leven, wat zal de toekomst brengen? ‘Geen rust gevonden’, er moet nog zoveel gedaan, de kleine en grote zorgen die ons bezighouden en soms beklemmen. ‘Het langste deel nog niet gegaan’: het klinkt ongeveer als ‘hoe ver is de nacht?’ En God mag dan alles geschapen hebben en, naar verhaald wordt, nog steeds scheppend aanwezig zijn, wij krijgen God niet echt in beeld, hebben vaak het idee dat we er alleen voor staan. In de Schrift wordt er soms nog een engel naar mensen gestuurd om even te zeggen dat God wel degelijk oog heeft voor wat er gebeurt en ook van plan is daar wat aan te doen. Maar de tijd van engelen lijkt voorbij. De ban der duisternis is gebroken, maar nacht en ontij is er nog steeds en de mens moet daar zelf mee zien om te gaan.

Of is er meer? God is niet alleen begonnen, heeft niet alleen licht gezegd, God heeft ook licht geschreven. Er is een boek ‘dat ons het leven redt’. Dat wil zeggen: een boek dat ingaat op wat in het derde couplet is gezongen. In dat boek vinden we iets terug van de zin van alles, in dat boek kunnen we rust vinden. Dat boek geeft ons iets in handen om nacht en ontij te verslaan. Dat boek, de Schrift, is een wegwijzer, een leefwijzer. We zingen dat het ons leven ‘redt’: het is een boek van bevrijding. Wij hoeven in ons leven niet ‘met niets van niets’ te beginnen. Er is al iets begonnen en daarmee kunnen we op weg gaan. En daarom valt daar ook het woord ‘trouw’. Want het scheppingswerk is niet een huzarenstukje geweest, maar is een daad van liefde die blijft duren. Vanaf de eerste dag van de Schepping is de trouw van God een gegeven.

En dan komt die mooie laatste zin: ‘en van dit lied de toon gezet’. Je mag denken: zoals in het eerste couplet God heel soepel te werk is gegaan met zeggen, bepalen, winnen en leggen, zo laat ook dit lied zich heel soepel zingen. Maar de toon zetten betekent natuurlijk vooral: hier is het begonnen en dat is voor eens en altijd. Dat is dus de toon van dit lied: God is trouw. Dat scheppingswerk is heel bijzonder, vooral omdat het gebeurde uit helemaal niets. Maar nog meer bijzonder is het dat het scheppingswerk slechts het begin was: de trouw van God is er sindsdien. En dat staat allemaal opgetekend in de Schrift.

Met het oog op de laatste regel: het lied is zowel door Antoine Oomen als door Tjeerd Oosterhuis getoonzet. Beide melodieën zijn tamelijk rustig. Antoine Oomen heeft voor het derde couplet een andere melodie geschreven, die enigszins schuurt en soms zelfs lijkt te ontsporen. Dat doet ook wel recht aan de inhoud van dat couplet. Maar de toon van het hele lied lijkt te zijn: verwonder je over wat zo vanzelfsprekend lijkt: het licht, het leven, de schepping. En ja, het leven is niet altijd gemakkelijk, maar we hebben een boek dat ons de weg wijst en dat ons verzekert dat God trouw is.

Deel dit artikel!

Comments are closed.